Om de zoveel tijd voel ik dat het nodig is. Meestal is het zover als ik niet meer precies weet wat er achterin lades en kasten ligt. Er ontstaat dan een onbestemd gevoel en mijn handen beginnen te jeuken: het is tijd om met de bezem door het huis te gaan. Het is tijd om uit te ruimen, te sorteren en bewust te kiezen wat plek krijgt in mijn leven en wat niet meer. Het is een proces waar ik meestal tegenop zie en tegelijkertijd naar uitkijk. Want opruimen kan intensief zijn én een heerlijke boost geven.
De bezem ter hand
De laatste keer dat ik de bezem ter hand nam, begon het met een spijkerbroek die al twintig jaar werkloos in mijn kast lag. Ik noemde hem mijn lievelingsspijkerbroek en het doel was dat ik hem weer aankon. Gedurende die twintig jaar kon ik dat soms wel en soms niet. Maar echt lekker zat ‘ie nooit, waardoor het niet verder kwam dan passen en weer terugleggen met de beloofde van ooit. Na al die jaren van proberen en hopen was ik me er ineens pijnlijk bewust van dat die spijkerbroek in mijn kast lag. “Ik ben je droomfiguur” fluisterde hij in m’n oor. “Als je mij aankunt, ben je perfect”.
Voelen wat een voorwerp doet
Twintig jaar lang had ik aan de spijkerbroek vastgehouden. Tot het moment dat ik voelde dat het tijd was mezelf beter te gunnen. Een gezond zelfbeeld, een een broek die gewoon goed zit. Vrijheid van een beperkt beeld van hoe ik moest zijn. Het was klaar met het streven naar een figuur dat niet het mijne was. Het mezelf voorhouden van een wortel die altijd dichtbij en toch buiten bereik was. Het idealiseren van een voorwerp en het symbool maken voor de mate waarin ik ‘geslaagd’ was.

Afscheid nemen
Ik deed de broek nog een laatste maal aan. Ja, hij ging dicht en nee, hij zat nog steeds niet lekker (goh). Kijkend in de spiegel zag ik hoe ik mezelf in een niet passende vorm probeerde te passen, en hoe onzinnig en verdrietig dat eigenlijk was. Hoelang heb ik deze broek wel niet mijn kijk op mijn lichaam laten bepalen? Het was duidelijk: de broek moest gaan. Ik bracht hem naar de kringloopwinkel en ging naar huis zonder broek die me opdroeg een onbereikbaar doel te halen. Het voelde als een mijlpaal.
Meer rust en joy in huis
Het gaan van de broek ontketende een beweging. Ik voelde aan m’n water dat het goed zou zijn om het hele huis onder handen te nemen. Elke lade en elk deurtje open te trekken en alle spullen die ik in de loop van de tijd verzameld heb, te bekijken. Lade na lade, kast na kast, hoek na hoek nam ik onderhanden. Dat was niet altijd even prettig om te doen. Ik werd tijdens het proces op meerdere manieren met mezelf geconfronteerd. Met mijn neiging mijn omgeving te willen controleren bijvoorbeeld.
Al doende stelde ik mezelf vragen als:
- Hoelang geleden heb ik dit voorwerp voor het laatst gebruikt?
- Welke herinneringen kleven eraan?
- Geeft het me een goed gevoel?
- Kan iemand anders het misschien beter gebruiken?
- Neemt dit voorwerp alleen maar ruimte in?

Toen was het klaar. Ik wist nu waar alles lag en had spullen opgeborgen volgens een voor mij logisch systeem. Een kastje opentrekken was nu fijn, want ik zag orde en structuur. De wetenschap dat ik grondig overal doorheen was gegaan met de bezem maakte dat de energie in huis anders voelde. Overzichtelijk, helder, toegankelijk en rustig in plaats van volgepropt, onoverzichtelijk en troebel. Voor mij helpt opruimen dan ook echt bij het ervaren van rust & joy in huis.
Je omgeving beter voor je laten werken
De bezem ter hand nemen is een krachtige beweging. Je pakt de regie over je leefomgeving en laat deze beter voor je werken. Je maakt het jezelf bijvoorbeeld mogelijk beter focussen of meer te chillen. Daarnaast ervaar ik dat het helend werkt om bewust los te laten. Ook aan de slag? Begin eens klein, bijvoorbeeld met één lade. Of misschien heb jij ook wel iets in huis zoals mijn spijkerbroek, waarvan het afscheid zo goed voelt dat je de smaak van het opruimen te pakken hebt. Pak je bezem op, en veeg eens een stukje van je leven aan. Ik raad het je van harte aan.
Op naar meer rust & joy!
~ Jojanneke










